23 maart
Vroeg
opgestaan om vroeg te vertrekken richten Zanderij(één van de vliegvelden).
We werden opgehaald door Lydia, de mevrouw die in de mediatheek werkt. Om 9 uur spraken we af aan de beenhouwer.
Nadat we wat boterhammetjesvlees uitgekozen hadden sprongen we in de auto van de vriend van Lydia ' Harrold' en reden we het avontuur tegemoet.
Een uur en half rijden met af en toe een stop om iets te drinken en een rare vrucht te proeven en we kwamen toe op kamp Krasnapolsky.
Onderweg proefde we ook van plaatselijke frisdranken; 'pineapple', 'cream ginger'. Zoals verwacht was het van het merk ' Fernandes', zij bezitten de helft van Paramaribo (auto onderdelen, broodjes in alle maten en vormen, ijsjes,....).
Kamp Krasnapolsky bevindt zich aan het einde van een zijweg van een bauxietweg. Van die bauxiet maakt men aluminium, maar ook dus wegen. De rode kleur van de bauxiet zorgde ervoor dat alles, maar dan ook alles in een straal van 2 meter rood gekleurd was.
Toen we de privé-weg opreden, waanden we ons in Caraïbisch gebied.Overal waar we keken, zagen we wit zand en planten.
Toen we daar aankwamen zagen we wat er ons te wachten stond; 2 dagen leven in de natuur. Het enige teken van menselijke beschaving was het dak boven ons hoofd... het zag er goed uit.
Er was niet veel tijd om goed rond te kijken want de 2 auto's moesten leeg gemaakt worden. Wat daar uitkwam van eten en drank, kon een heel lege een week mee overleven. Van drank hadden we ; Borgoe(de plaatselijke rum), wijn, veel fruitsap(geen sinaasappelsap want dat is hier echt niet te drinken), pissang, Fernandes limonades, sprite en cola en ... van eten hadden we veel chips, koekjes, ribbetjes, rijst, frietjes,...
Na het uitpakken liet Lydia ons de kreek( een stroompje rood water, door de Bauxiet) zien. Even een plonsje in het water met de voeten genomen, en wat mooie foto's getrokken, dan hadden we al honger.
Het middagmaal was niet echt voorzien maar er was genoeg, dus werden het boterhammen met beleg.
Op het einde van een verkennende wandeling in de omgeving nm Lydia ons mee naar haar broer die een dikke drie kilometer verder zijn stuk grond had. Dus holder de bolder in de auto(we voelden planten aan onze voeten door de auto door) op weg door niemandsland.
Daar aangekomen zagen we dat zijn domein nog groter was en verder geëvolueerd. Het bos was verder uitgekapt tot de kreek en de huisjes waren groter. In de terugweg stopten we om kralen te rapen die Lydia gebruikt om juwelen van te maken.
Terug aangekomen op kamp Krasnapolsky zochten we weer afkoeling in de kreek waarna Lydia begon aan ons avondeten: frietjes en ribbetjes. Het was echt super lekker, we aten onze buikjes vol! Hanne stak het kampvuur aan met 1 kaars! (Harrold dacht het eerst te doen met behulp van een bus benzine).
Wat kampvuurliedjes, een fles Pissang en een fles Borgoe verder.... en het was tijd om in onze hangmat te kruipen. Dit was een hele opgave want we moesten in ons muggennet opgesloten worden.
We hebben genoten van al de nachtgeluiden om ons heen, want van slapen kwam voor sommigen niet veel van in huis. Aan zo'n hangmat moet je wat aan wennen. Ik kon er op mijn buik in slapen, maar Hanne niet echt.
De volgende ochtend werden we al om half 6 wakker door al het licht en de geluiden.
Na een heerlijk ontbijt en na wat armbandjes van lianen te vlechten kreeg Hanne twinkelingen voor mijn ogen... daar kwam de migraine aanval.
Terwijl Hanne lag te creperen deed ik het volgende:
Wij zijn zaadjes gaan zoeken voor Lydia haar juwelencollectie uit te breiden, om nadien wat afkoeling te zoeken in de kreek van haar broer. Hij toonde ons zijn vangst van afgelopen nacht. Hij had met één schot een gordeldier geveld, de kogel was er helemaal doorgegaan. Spijtig genoeg genoeg mochten we er niet van proeven want hij had het beest op bestelling geschoten.
Tegen de tijd dat Hanne beter was gingen we terug om middag eten te eten.
Maar het duurde en duurde voor we konden eten en uiteindelijk waren we allemaal even misselijk van de honger. En dan kwam toch het moment dat de Moksi Alesi ( Sranan voor gemende rijst), op tafel kwam. Daar zaten groentjes, bonen en kip doorheen de rijst.
Tegen 4 uur aten we eindelijk en een uur later waren we weer op weg naar de bewoonde wereld.
Moe maar voldaan kwamen we thuis met de conclusie dat het ons beiden echt deugd had gedaan om eens weg te zijn van al de drukte van de stad.
We werden opgehaald door Lydia, de mevrouw die in de mediatheek werkt. Om 9 uur spraken we af aan de beenhouwer.
Nadat we wat boterhammetjesvlees uitgekozen hadden sprongen we in de auto van de vriend van Lydia ' Harrold' en reden we het avontuur tegemoet.
Een uur en half rijden met af en toe een stop om iets te drinken en een rare vrucht te proeven en we kwamen toe op kamp Krasnapolsky.
Onderweg proefde we ook van plaatselijke frisdranken; 'pineapple', 'cream ginger'. Zoals verwacht was het van het merk ' Fernandes', zij bezitten de helft van Paramaribo (auto onderdelen, broodjes in alle maten en vormen, ijsjes,....).
Kamp Krasnapolsky bevindt zich aan het einde van een zijweg van een bauxietweg. Van die bauxiet maakt men aluminium, maar ook dus wegen. De rode kleur van de bauxiet zorgde ervoor dat alles, maar dan ook alles in een straal van 2 meter rood gekleurd was.
Toen we de privé-weg opreden, waanden we ons in Caraïbisch gebied.Overal waar we keken, zagen we wit zand en planten.
Toen we daar aankwamen zagen we wat er ons te wachten stond; 2 dagen leven in de natuur. Het enige teken van menselijke beschaving was het dak boven ons hoofd... het zag er goed uit.
Er was niet veel tijd om goed rond te kijken want de 2 auto's moesten leeg gemaakt worden. Wat daar uitkwam van eten en drank, kon een heel lege een week mee overleven. Van drank hadden we ; Borgoe(de plaatselijke rum), wijn, veel fruitsap(geen sinaasappelsap want dat is hier echt niet te drinken), pissang, Fernandes limonades, sprite en cola en ... van eten hadden we veel chips, koekjes, ribbetjes, rijst, frietjes,...
Na het uitpakken liet Lydia ons de kreek( een stroompje rood water, door de Bauxiet) zien. Even een plonsje in het water met de voeten genomen, en wat mooie foto's getrokken, dan hadden we al honger.
Het middagmaal was niet echt voorzien maar er was genoeg, dus werden het boterhammen met beleg.
Op het einde van een verkennende wandeling in de omgeving nm Lydia ons mee naar haar broer die een dikke drie kilometer verder zijn stuk grond had. Dus holder de bolder in de auto(we voelden planten aan onze voeten door de auto door) op weg door niemandsland.
Daar aangekomen zagen we dat zijn domein nog groter was en verder geëvolueerd. Het bos was verder uitgekapt tot de kreek en de huisjes waren groter. In de terugweg stopten we om kralen te rapen die Lydia gebruikt om juwelen van te maken.
Terug aangekomen op kamp Krasnapolsky zochten we weer afkoeling in de kreek waarna Lydia begon aan ons avondeten: frietjes en ribbetjes. Het was echt super lekker, we aten onze buikjes vol! Hanne stak het kampvuur aan met 1 kaars! (Harrold dacht het eerst te doen met behulp van een bus benzine).
Wat kampvuurliedjes, een fles Pissang en een fles Borgoe verder.... en het was tijd om in onze hangmat te kruipen. Dit was een hele opgave want we moesten in ons muggennet opgesloten worden.
We hebben genoten van al de nachtgeluiden om ons heen, want van slapen kwam voor sommigen niet veel van in huis. Aan zo'n hangmat moet je wat aan wennen. Ik kon er op mijn buik in slapen, maar Hanne niet echt.
De volgende ochtend werden we al om half 6 wakker door al het licht en de geluiden.
Na een heerlijk ontbijt en na wat armbandjes van lianen te vlechten kreeg Hanne twinkelingen voor mijn ogen... daar kwam de migraine aanval.
Terwijl Hanne lag te creperen deed ik het volgende:
Wij zijn zaadjes gaan zoeken voor Lydia haar juwelencollectie uit te breiden, om nadien wat afkoeling te zoeken in de kreek van haar broer. Hij toonde ons zijn vangst van afgelopen nacht. Hij had met één schot een gordeldier geveld, de kogel was er helemaal doorgegaan. Spijtig genoeg genoeg mochten we er niet van proeven want hij had het beest op bestelling geschoten.
Tegen de tijd dat Hanne beter was gingen we terug om middag eten te eten.
Maar het duurde en duurde voor we konden eten en uiteindelijk waren we allemaal even misselijk van de honger. En dan kwam toch het moment dat de Moksi Alesi ( Sranan voor gemende rijst), op tafel kwam. Daar zaten groentjes, bonen en kip doorheen de rijst.
Tegen 4 uur aten we eindelijk en een uur later waren we weer op weg naar de bewoonde wereld.
Moe maar voldaan kwamen we thuis met de conclusie dat het ons beiden echt deugd had gedaan om eens weg te zijn van al de drukte van de stad.